U bent hier
UiTPAS-verplichting omgezet in stimulans voor sportclubs
Bij de uitrol van het vernieuwde reglement voor werkingssubsidies hebben verschillende sportclubs de alarmbel geluid. Om vanaf dit jaar meer dan €350 basissubsidie te krijgen, hadden clubs verplicht met UiTPAS moeten werken. Hierdoor zouden verschillende clubs het risico op aanzienlijk financieel verlies lopen. In reactie daarop heeft de stad besloten om de verplichting van het UiTPAS-gebruik te transformeren tot een stimulans.
In het herziene werkingssubsidiereglement, dat in oktober 2020 werd goedgekeurd maar nu pas in werking is getreden vanwege tijdelijke coronasteun, was het oorspronkelijk een vereiste voor elke sportclub die basisfinanciering wil ontvangen (categorie B) om de UiTPAS te hanteren. Dit stuitte echter op weerstand omdat sommige clubs hierdoor duizenden euro's aan subsidies dreigden mis te lopen.
Schepen De Ridder erkent de uitdagingen van sportverenigingen en benadrukt het belang van evenwichtige ondersteuning, rekening houdend met diversiteit in sportdisciplines en de gemeenschappen die zij bedienen: “Het kernprobleem ligt in de verplichte invoering van de UiTPAS. Hoewel deze regel een betere verspreiding beoogt van sportverenigingen die de UiTPAS accepteren, werd hierbij het feit genegeerd dat bepaalde sporten simpelweg populairder zijn bij kwetsbare groepen dan andere. Daarnaast maakt het ook uit waar de sportclub zich bevindt. Als je jouw kind makkelijk naar een club in de buurt kunt brengen, ga je niet extra moeite doen om hem of haar naar een club in een andere deelgemeente te krijgen, ook al werkt die club met UiTPAS."
“Het is als stad noodzakelijk om voortdurend te streven naar een brede inclusie, maar dit mag niet leiden tot een financiële straf voor sportverenigingen. Inclusie is een doelstelling van de stad, niet van individuele verenigingen. We moeten er dus voor zorgen dat het evenwicht bewaard blijft.”
De verplichting om de UiTPAS te gebruiken kan clubs onbedoeld in financiële moeilijkheden brengen. Dit risico ontstaat doordat de eigen bijdrage van de vereniging (bij UiTPAS betaalt de gebruiker 25%, de club 25% en de stad 50%) een gat in de clubkas kan slaan, vooral als het aantal UiTPAS-leden hoog is. “Het kan ook niet de bedoeling zijn dat clubs het reguliere lidgeld dan zodanig moeten verhogen (om het gat in de kas te kunnen dichten), waarop de drempel dan weer te hoog wordt voor kinderen zonder UiTPAS met kansentarief”, gaat Matthias verder.
Om dit aan te pakken, werd het reglement nu aangepast. De verplichting om UiTPAS te gebruiken als voorwaarde voor basissubsidie werd geschrapt, het bereiken van maatschappelijk kwetsbare groepen wordt gestimuleerd via de aanvullende subsidie. Het thema breedtesport krijgt extra gewicht en is nu het zwaarstwegende thema. Zonder aan basissubsidies te moeten inboeten, worden clubs zo toch aangemoedigd om met de UiTPAS te werken. De stad zet zich op die manier in voor een eerlijk speelveld waar elke sportclub, ongeacht de locatie of de aard van hun activiteiten, de middelen krijgt die ze verdienen.