Stedelijk Museum 't Gasthuys haalt erkenning binnen

Op 23 september 2022, over deze onderwerpen: Cultuur, Erfgoed

Het Stedelijk Museum ’t Gasthuys heeft van de Vlaamse overheid ‘het kwaliteitslabel voor collectiebeherende cultureel-erfgoedinstelling’ gekregen. Deze erkenning opent de weg naar een werkingssubsidie vanuit Vlaanderen.

Om een erkenning te krijgen van de Vlaamse overheid moet men aan hoge kwaliteitsnormen voldoen. De instelling moet bewijzen dat ze op een ernstige en professionele manier omgaat met de vijf basisopdrachten van een museum. Daarvan is de publiekswerking – het organiseren van tentoonstellingen en evenementen – de meest gekende opdracht.

Vlaanderen stelt echter ook specifieke eisen inzake de werking achter de schermen. Zo moet het museum een helder verzamelbeleid hebben. De thema’s waarrond men werkt moeten dus duidelijk afgebakend zijn. De collectie moet in goede omstandigheden bewaard worden: dat geldt niet alleen voor wat het publiek ziet, maar ook voor wat er zich in het depot bevindt. Het museum moet over een actuele en volledige inventaris beschikken. De instelling moet ook open staan voor samenwerking met partners en in het museum moet specifiek wetenschappelijk onderzoek volgens de regels van de kunst gebeuren.

“De erkenning is dus zeker geen vanzelfsprekendheid”, merkt schepen van Erfgoed Karim Van Overmeire op. “Voor ons stedelijk museum was dit de derde poging. Over heel Vlaanderen zijn er dit jaar slechts drie instellingen die het label verworven hebben. De hele ploeg van het museum heeft hard gewerkt om deze erkenning te bekomen. Onze mensen hebben de Vlaamse overheid ervan kunnen overtuigen dat aan al de gestelde kwaliteitsnormen werd voldaan.”

Met het kwaliteitslabel kan ’t Gasthuys nu een werkingssubsidie aanvragen bij de Vlaamse overheid. Dergelijke subsidies situeren zich tussen de 70.000 en 200.000 euro. “Die bijkomende middelen zijn erg welkom”, zegt schepen Van Overmeire. “Ik zie de erkenning niet als een eindpunt maar als een doorstart. In vergelijking met sommige andere centrumsteden hebben we nog wel een inhaalbeweging te maken. We zijn ambitieus. Ook in de toekomst willen we aan de Aalstenaars en aan toeristen de rijke en boeiende geschiedenis van onze stad, de deelgemeenten en het volledige Land van Aalst vertellen.”
 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is