Stadsbestuur bespaart op zichzelf en investeert in Aalst

Op 23 december 2019, over deze onderwerpen: Financiën

Kleinere kabinetten, geen nieuwe statutaire ambtenaren, een minder extravagant personeelsfeest, … Het stadsbestuur van Aalst bespaart vooral op zichzelf. Er wordt in de komende jaren wel € 284 miljoen geïnvesteerd in de ontwikkeling van de Tragel, de Pupillen en Siesegem, de heraanleg van onze Grote Markt, kinderopvang, onderwijs ... “We koppelen een hoog investeringsritme aan een lage belastingdruk”, zegt schepen van Financiën Matthias De Ridder. “Dat kan alleen als we besparen op het stadsbestuur zelf.”

Aalst onderging in de voorbije jaren een ware metamorfose en het stadsbestuur zorgt met het nieuwe meerjarenplan voor een vervolg. De totale investeringsenveloppe voor de volgende 6 jaar bedraagt maar liefst € 284 miljoen. Aalst krijgt op onder andere de Tragel, de Pupillen en Siesegem grote stadsvernieuwingsprojecten. Er komen investeringen in de gebouwen voor kinderopvang en onze scholen. De Grote Markt wordt volledig heraangelegd.

Het schepencollege heeft het geld in de eerste plaats gezocht bij het stadsbestuur zelf. Er wordt € 30,5 miljoen bespaard op de personeelsuitgaven. De schepenen geven zelf het goede voorbeeld, want hun kabinetten zullen geleidelijk afgebouwd worden. Alle uitgaven worden kritisch onder de loep genomen. Zo had het personeelsfeest van de stad extravagante proporties aangenomen: dat zal nu anders aangepakt worden om de kosten te drukken.

Er wordt ook niet meer geïnvesteerd in dure prestigeprojecten die weinig meerwaarde hebben voor de Aalstenaars. Denk dan bijvoorbeeld aan de kunstzinnige fietsenstalling voor het Administratief Centrum of de Dwarsligger op de Dender. “Dat soort moderne kunst in de openbare ruimte kost veel geld, maar levert weinig op voor Aalst of de Aalstenaars”, zegt schepen De Ridder. “Het was goed voer voor de carnavalsgroepen, maar we investeren het geld toch beter in stadsvernieuwing die echt rendeert.”

De Stad gaat leegstaande panden en ongebruikte gronden ook verkopen. Dat levert een driedubbel voordeel op: de stad moet niet meer investeren in het onderhoud van patrimonium dat toch niet gebruikt wordt, de stadskas wordt gevuld en leegstaande gebouwen krijgen een nuttige invulling. “Dit is gewoon een kwestie van goed huisvaderschap”, zegt De Ridder. “We houden niet krampachtig vast aan zoveel mogelijk gebouwen en gronden, maar we geven ruimte aan stadsvernieuwing door de private sector.”

Er zullen geen statutaire ambtenaren meer aangesteld worden in Aalst. Er worden evenmin rekeningen doorgeschoven naar de volgende generatie: nu al worden extra middelen gereserveerd om de pensioenen van de ambtenaren betaalbaar te houden.

“Dit is een heel ambitieus meerjarenplan”, besluit De Ridder. “De stad blijft financieel gezond op korte én lange termijn.”

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is