OCMW Aalst richt anti-fraudecel op

De cel controleert vervolgens de aanvraag, in samenwerking met andere sociale inspectiediensten, de politie en de dienst Bevolking. Het controle-orgaan zal bestaan uit vier personen: twee maatschappelijk werkers, een jurist en een veldwerker.

Volgens voormalig OCMW-voorzitter Patrick De Smedt (SP.A) is die bezetting buiten proportie. Ook Groen-fractieleider Andreas Verleysen werpt op dat Aalst meer fraudecontroleurs wil inzetten dan Gent, en evenveel als Antwerpen. 'De wijze waarop de problematiek wordt uitvergroot, creëert het beeld dat OCMW-cliënten luiaards, profiteurs en fraudeurs zouden zijn', zegt De Smedt.

'Van kleine muggen worden olifanten gemaakt. Een groeiende groep van hulpbehoevenden wordt opnieuw en onnodig gestigmatiseerd. Het warme imago van het open en toegankelijk omgevormde sociaal huis dreigt door de oprichting van deze anti-fraudecel schade op te lopen.'

De Smedt haalde tevens aan dat het OCMW al jarenlang sociale fraude bestrijdt. 'Het was en is de taak van iedere maatschappelijk werker om daar aandacht voor te hebben in de dossiers. De meeste bedrieglijke technieken in sociale domeinen worden intussen degelijk opgespoord op federaal niveau, via het kruisen van allerlei sociale databanken.'

Zijn partijgenoot Patrick Jacobs (SP.A) treedt hem bij en stelt dat de daadkracht van zo'n cel, gezien haar beperkte bevoegdheden, wellicht overschat wordt.

Alle fraude bestrijden

OCMW-voorzitter Sarah Smeyers (N-VA) blijft bij haar standpunt. 'We geloven in de noodzaak van een gecoördineerde en uitgebreide fraudebestrijding. Dat is in het rechtstreeks belang van de cliënt. Gemeenschapsmiddelen moeten gaan naar wie het nodig heeft, niet naar wie het systeem misbruikt. Een voldoende grote controlecel garandeert een diepgaande behandeling van elk dossier.

De anti-fraudecel in Aalst zal ruimer controleren dan die in Gent en Antwerpen, en meer samenwerken met andere diensten. Hier wordt het de bedoeling om alle vormen van sociale fraude te controleren. Het gaat niet enkel om domiciliefraude en inkomensfraude, maar ook om fraude rond gezinssamenstelling, bezittingen, uitgaven, gezondheidstoestand, werkbereidheid, taalbereidheid en zwartwerk.'