'Mogen we een beetje trots zijn op onze eigenheid?'

Op 24 november 2012

'Maak er alsjeblieft geen karikatuur van', drukt Ivo Wynants, binnenkort burgemeester van Wijnegem maar ook bevoegd voor Vlaamse Zaken, ons op het hart als we afscheid nemen. 'Want wat schrijven zij toch allemaal, tegenwoordig in degazetten? Er zijn schepenen van van alles en nog wat, maar als het er een voor Vlaamse Zaken is: ho maar! Mogen wij hier dan niet een beetje fier zijn op onze eigenheid?'

Hij is niet de enige N-VA'er die beducht is voor alle aandacht voor zijn nieuwe bevoegdheid. Ook in andere Vlaamse gemeenten waar de partij schepenen voor Vlaamse Zaken levert, wikken de Vlaams-nationalisten hun woorden. 'Over Vlaamse vlaggen en straatnaamborden ga ik helemaal niets meer zeggen', lacht Adinda Van Gerven, binnenkort schepen van Vlaamse Aangelegenheden in Brasschaat. 'Laat het ons maar uit de folkloristische sfeer houden. Neen, echt niet, ik wil het daar niet meer over hebben.'

Het is bizar dat de N-VA enigszins verveeld lijkt te zitten met alle aandacht voor de schepenen van Vlaamse Zaken. Want het is toch net die partij die, bij haar volle verstand, het voortouw neemt in de kwestie. Tussen 2007 en 2012 dook de bevoegdheid 'Vlaamse Zaken' (of 'Vlaams Beleid', of 'Vlaamse Aangelegenheden') alleen op in Vlaams-Brabant. Maar de afgelopen weken pakten voor het eerst ook niet-Brabantse gemeenten, veel verder verwijderd van Brussel, uit met zo'n departement. Zoals dus Wijnegem en Brasschaat in de provincie Antwerpen. Zoals Aalst in Oost-Vlaanderen. En zoals Temse.

Bakzeil in Temse

Daar raakte vorig weekend bekend dat er een schepen van Vlaamse Zaken zou komen. Niet meer dan logisch, vond Werner Maerevoet. Volgens de plaatselijke N-VA-voorzitter steekt de verfransing stilaan ook de kop op in zijn gemeente, die nochtans minder ver verwijderd is van de Nederlandse grens dan van de taalgrens. En dat Frans zou dan meer bepaald gesproken worden in 'De Zaat', een woonwijk op de voormalige terreinen van Boelwerf. Helaas werd het bericht prompt tegengesproken door zowat elke Temsenaar die deze week een microfoon onder de neus kreeg geduwd.

Geen goede reclame. En dus bleven N-VA-voorzitter Maerevoet en Geert Vandersickel, de man die het schepenmandaat op zich zou nemen, een hele week lang incommunicado. Tot gisterennamiddag het bericht binnenliep dat ze er in Temse toch maar van afzien. 'Omdat de terminologie anders kan worden geïnterpreteerd, stond CD&V erop dat de bevoegdheid niet werd behouden', heet het in een persbericht van CD&V-burgemeester Luc De Ryck. 'De N-VA trad dit standpunt bij.'

Hoe zit dat dan met de andere 'Vlaamse plannen' die de Vlaams-nationalisten in Temse aankondigden? Maerevoet had al laten weten dat er een monument zou komen voor de gebroeders Van Raemdonck, twee Vlaamse soldaten die volgens een Vlaamse mythe (de waarheid was iets anders) in elkaars armen stierven tijdens de Eerste Wereldoorlog. In het N-VA-programma werd ook beloofd dat Clemens De Landtsheer passend zou worden geëerd. Díé bekende Temsenaar trok decennialang het IJzerbedevaartcomité, op de periode 1944-1948 na, toen hij wegens politieke collaboratie vastzat. Hij was oorlogsburgemeester geweest van Kaaskerke.

'Op termijn zetten we door met onze monumentenplannen', zei Vandersickel gisteravond. 'Maar dat is dan de bevoegdheid van de schepen van Cultuur. Niet van die van Vlaamse Zaken.'

Zeg niet 'plat du jour'

Marino Keulen (Open VLD), voormalig Vlaams minister van Binnenlandse Zaken, zal ze in Temse geen ongelijk geven. Hij keek het spektakel de afgelopen weken met grote ogen aan. 'Al die schepenen voor Vlaamse Zaken lijken me illustratief voor de tijdgeest', vertelt hij. 'Ik heb niets tegen schepenen voor Inburgering, die zich bijvoorbeeld bezighouden met verplichte taallessen, maar nóém ze dan ook zo. Dit klinkt me allemaal iets te defensief, haast tribaal zelfs. Ik zou dat nooit gestimuleerd hebben.'

Zijn opvolger, Geert Bourgeois (N-VA), heeft geen probleem met de politieke vernieuwing. Integendeel, hij verspreidde enkele weken geleden een meer dan honderd pagina's tellende brochure ('Leidraad voor een goed Vlaams beleid') waarin hij tips geeft aan het nieuw type schepenen. De tekst is specifiek gericht op Vlaams-Brabant: Bourgeois legt uit hoe je het Nederlandstalige karakter van de gemeenten daar kan vrijwaren. Hij schrijft bijvoorbeeld dat grote bouwprojecten best in de tijd gefaseerd worden, omdat zo ' een instroom van buiten de regio kan worden vermeden'.

Onder meer Mark Demesmaeker deed de afgelopen jaren zijn voordeel met de hulp van Bourgeois. Hij verdwijnt binnenkort naar de oppositie, maar was zes jaar lang schepen voor Vlaams Beleid in Halle en werkte nauw samen met het kabinet van zijn partijgenoot. Je zou hem, bij de N-VA, de 'oerschepen' van Vlaamse Zaken kunnen noemen. Zijn missie: het Nederlandstalige karakter van Halle behouden. 'Doordat we gesandwicht zitten tussen Brussel en Wallonië, moeten we ons weren', zegt Demesmaeker. 'Daarom organiseren wij bijvoorbeeld onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers, of taalbadklassen tijdens de vakanties. Wij doen ook aan taalpromotie: Vlaamse handelaars mogen niet te snel overschakelen op een andere taal, anders kunnen de nieuwkomers onze taal nooit leren, dat maken we hen duidelijk.'

'En dan is er natuurlijk de bewaking van het straatbeeld. Ook dát is belangrijk, ja. Als je niets doet,verbrusselt je gemeente razendsnel. Dan ga je van Vlaams over tweetalig naar Frans. Omdat we die Nederlandstaligheid niet wettelijk kunnen afdwingen in Vlaanderen, schrijven we de handelaars en de bedrijven die meerdere talen gebruiken, meteen aan. En meestal passen ze zich dan aan.'

'Concrete voorbeelden? We zeggen: spreek niet van 'plat du jour', maar alleen van een 'dagschotel'. Gebruik niet 'boulangerie' of 'patisserie', maar wel 'bakker'. Je ziet trouwens dat je de creativiteit zo aanmoedigt. We hebben hier een broodjeszaak die 'Het knapzakske' heet, en een kapperszaak die naar de naam 'De kapzone' luistert. Leuk gevonden, vind ik. Zo versterk je de eigenheid van Halle. We willen geen Brusselsemelting pot worden.'

'Ik vraag me wel af of zo'n schepenambt 'Vlaamse Zaken' of 'Vlaams Beleid' moet heten. Dat voedt de karikaturen.'

Karims allochtonen

We rijden door naar Aalst, waar we in Café Safir op de Grote Markt hebben afgesproken met Karim Van Overmeire (48). Volgens de voormalige Vlaams Belanger, die twee jaar geleden overstapte naar de N-VA, zal er toch sowieso iets 'Vlaams' in zijn titulatuur opduiken. 'Het ligt nog niet vast, en ik vind het zelf ook niet zo belangrijk, maar door alle reacties op mijn mandaat hebben we weinig zin om nog terug te krabbelen. De kritiek komt van links, vaak zelfs van extreem-links, en van buiten Aalst. Het zijn mensen met een verborgen agenda, mensen die de N-VA schade willen toebrengen.'

Aalst ligt al een eind verder weg van Brussel en van de taalgrens dan Halle. Maar Van Overmeire zegt dat zijn stad met precies dezelfde problemen heeft af te rekenen als die van Demesmaeker. 'De internationalisering rukt hier met rasse schreden op, die stopt niet aan de grenzen van de provincie Vlaams-Brabant. Je ziet dat in alle gemeenten langs de spoorweglijn tussen Brussel en Gent. Dat willen we tegenhouden, via alle maatregelen die Geert Bourgeois aanreikt in zijn 'Leidraad' - zoals een aangepast woonbeleid of een uitgebreid taalaanbod. En daarom willen we dus zo'n schepen.'

Van Overmeire wil niet te gedetailleerd ingaan op de concrete maatregelen - 'de onderhandelingen zijn nog bezig' - maar in haar Aalsterse verkiezingsprogramma was de N-VA wel duidelijk. De partij wil dat er op school en in de kinderopvang alleen nog Nederlands wordt gesproken. Ze pleit ook voor een nieuw type straatnaamborden mét Vlaamse leeuwtjes en voor het verspreiden van een leeuwenvlag onder de inwoners. Een beetje ridicuul toch, misschien? 'Die laatste twee voorstellen zijn in het beste geval ondersteunende maatregelen', zegt Van Overmeire. 'Maar ze zijn belangrijk: ze maken mensen die van elders komen, en die vaak niet weten dat ze in Vlaanderen zijn aanbeland, duidelijk dat Aalst eentalig is. Het kan maar helpen. Ik blijf het vreemd vinden dat een bepaalde linkerzijde zo allergisch is aan alles wat Vlaams is, behalve wanneer de Vlaamse regering de subsidiekraan opendraait.'

Allemaal goed en wel, maar misschien is Van Overmeire - met zijn verleden bij Vlaams Belang - niet de meest geschikte figuur om voorop te lopen in die strijd? Hij schudt van neen. 'Tijdens de onderhandelingen met CD&V en de SP.A was het duidelijk dat ik die bevoegdheid op het oog had. Toen heeft niemand gepiept. Het zou een slecht signaal zijn tegenover de Aalstenaren, die massaal op de N-VA hebben gestemd, als we nu plots van gedacht zouden veranderen. Er is echt iets meer nodig om mij uit mijn lood te slaan.'

Maar nogmaals: is hij geschikt om met al die nieuwkomers te confereren, als ex-auteur van het racistische zeventigpuntenplan? 'Ik heb geen enkele negatieve reactie gehad uit de hoek van de allochtonen, als ik dat woord tenminste nog mag gebruiken. Sterker nog, ze steunen mij vaak. Zij zijn dikwijls zélf uit Brussel weggetrokken, omdat die stad niet meer leefbaar is, en zij willen dus niet dat Aalst het nieuwe Brussel wordt. En nogmaals: ik heb mijn mening over die mensen bijgesteld. Het is ondertussen overduidelijk dat de overgrote meerderheid van de nieuwkomers niet zal terugkeren. Maar daarom moeten we de deur niet helemaal openzetten. Aalst moet Aalst blijven.'

Een fiere Vlaming

Op naar Wijnegem. In deze randgemeente van Antwerpen, wereldberoemd dankzij zijn Shopping Center, kunnen ze toch écht geen last hebben van verfransing? Zelfs niet van ingebeelde verfransing zoals in Temse? 'Natuurlijk niet, hier wonen nauwelijks Franssprekenden', zegt Ivo Wynants (61), binnenkort burgemeester en ook bevoegd voor Vlaamse Zaken, meteen. Voor zijn deur hangt een N-VA-vlag aan de vlaggenmast, naast de nummerplaat van zijn wagen klauwt het zwart-gele dier ook. Hier vinden we duidelijk een ánder type schepen van Vlaamse Zaken. 'Eigenlijk zou je ook gewoon van 'schepen van Feestelijkheden' kunnen spreken, maar we vonden dat het geen kwaad kon om de Vlaamse zaak een beetje assertiever te verdedigen. Toch?'

Wynants werkt al 39 jaar als gemeenteambtenaar in Wijnegem. Hij begon als redder in het zwembad, en is nu beheerder van het sportcentrum. Drie jaar geleden had hij nog nooit aan politiek gedaan, op 14 oktober haalde hij in één klap 29,8 procent van de stemmen. Hij is trouwens ook de man over wiens overwinning zelfs Bart De Wever zich zo verwonderde: 'Wie? Ivo Wynants? Zoek mij eens een foto.' De burgemeester-in-spe blijkt er niet mee te zitten. 'Ik vond dat geestig vanden Bart. Ik heb al met hem op de foto gestaan, maar ik begrijp dat hij niet iedereen kan onthouden.'

Maar wat zijn de plannen van Wynants met zijn Vlaamse bevoegdheid? 'Ik wil een Vlaamser tintje geven aan de 11 juliviering in Wijnegem. De toon mag wat trotser. Misschien kunnen we dat feest bijvoorbeeld afsluiten met een Vlaamse zanger. Weet u, te weinig mensen zijn fier op Vlaanderen. In Nederland of Schotland heb je die trots wel. Maar wij missen dat, wij zijn goedzakken die te weinig respect vragen voor onze taal en voor onze gewoontes van vroeger. Welke gewoontes? Moeilijk om dat concreet te maken: da's net eigen aan gewoontes, je bent je er niet van bewust.'

Wynants zou de Vlaamse cultuur graag iets meer aandacht geven in zijn gemeente, ook voor en na de Vlaamse feestdag. Hij denkt aan speciale initiatieven rond figuren die iets met Wijnegem hebben. Zoals Kareltje Caers, een wielrenner die zijn grote successen boekte in de jaren dertig. Of zoals Peter Benoit, de componist vanDe Vlaamse Leeuw. Wynants is een echte cultuurmens. 'Dat heb ik meegekregen van thuis. Met de Chiro trokken we te voet vanuit Merksem naar het Vlaams Nationaal Zangfeest. We hebben dat zelfs een paar keer geopend. En als jonge man trok ik vaak naar een cafeetje in het centrum van Antwerpen. Daar zongen we, onder begeleiding van een pianist, Vlaamse liedjes. Niets extreems, hoor. Van het Vlaams Blok heb ik me altijd ver gehouden.'

Van verfransing is hier geen sprake, dat wil niet zeggen dat er helemaal geenissues zijn in Wijnegem. 'Er komen vaak kinderen uit Deurne in Wijnegem naar school. Zij spreken meestal Nederlands, maar hun ouders niet. Die mensen willen we graag Nederlands leren, desnoods moeten we dat zelf maar organiseren. Dat is immers belangrijk. Daarom staan we ook niet te springen om nog meer nachtwinkels in Wijnegem. Er is er nu eentje, en dat zou eigenlijk moeten volstaan. Het is goed dat er in de winkels Nederlands wordt gesproken. We moeten waakzaam zijn: mijn zus woont in Meise en kan daar al niet alle Vlaamse zenders meer ontvangen. Het kan dus snel gaan, de verstedelijking rukt op.'

21 juli? Nooit gevierd

Misschien is er ook in Brasschaat wel een taalprobleem. Maar dan moet dat toch eerder het oprukken van het Noord-Nederlands zijn. Migranten of Franstaligen strijken nauwelijks neer in het noorden van Antwerpen, landgenoten van Mark Rutte des te meer. Maar daar is het Adinda Van Gerven (48), de toekomstige schepen van Vlaamse Aangelegenheden, niet om te doen. 'Dit is maar een kleine bevoegdheid', zegt ze. 'Ik ben ook schepen van Sport en van Burgerzaken. In Brasschaat is het vooral een symbolische beslissing. We hadden al een schepen voor Europese Aangelegenheden. We dachten: waarom dan ook geen voor Vlaamse Aangelegenheden?'

Ook Van Gerven zal zich in de eerste plaats richten op de organisatie van de Vlaamse feestdag. Ze heeft een budget van 30.000 euro ter beschikking. 'Die feestdag wordt al vrij intensief gevierd in Brasschaat, maar misschien kunnen we er toch nog wat meer luister aan geven. Misschien kunnen we er bijvoorbeeld de middenstand nog meer bij betrekken, om er een écht groot feest van te maken. Dan zouden we ook de Vlaamse bieren kunnen promoten. Of, in samenwerking met de Brasschaatse cultuurverenigingen, ook de culturele uitstraling kunnen vergroten. Waarom 11 juli zo belangrijk is? Het is een symbool voor de strijd die wij als Vlamingen geleverd hebben in het verleden, voor emancipatie en zelfstandigheid. Het toont dat wij Vlamingen krachtige mensen zijn. 21 juli?(lacht) Nooit gevierd.'

Van Gerven komt uit een Vlaams-nationaal nest. Haar vader was KU Leuven-professor Lieven Van Gerven, in de jaren tachtig voorzitter van het Davidsfonds. Hij oefende in de jaren negentig felle druk op de IJzerbedevaart om communautair te radicaliseren. Op haar verkiezingsfolder prijkt ze als klein kind met een spandoek: 'Leuven Vlaams'. 'Mijn vader was een koppigaard. Dat heb ik van hem, die consequentie. Ik heb tien jaar in het buitenland gewoond, in de VS, Zweden en Zwitserland. Mooie jaren, maar daar heb ik ook beseft hoe mooi Vlaanderen wel is. Voor die eigenheid moeten we vechten.'

Aan plannen ontbreekt het Van Gerven niet. Ook zij vindt dat er wel wat meer aandacht mag gaan naar de Vlaamse geschiedenis. 'In 2014 vieren we honderd jaar Eerste Wereldoorlog. Ik zou het goed vinden als we onze jeugd, bijvoorbeeld via schooluitstappen, naar de Westhoek konden sturen. Het kan geen kwaad dat ze zich wat meer bewust worden van hun Vlaamse identiteit. Ik merk bij mijn eigen kinderen dat dat een ver-van-mijn-bedshow dreigt te worden.'

In De Morgen zei Van Gerven begin deze week dat ze vond dat de Vlaamse vlag, en dus niet de Belgische, in het midden moest hangen aan het gemeentehuis. En dat er bij nieuwe straatnamen de voorkeur moest worden gegeven aan helden van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Maar daar wil ze het nu dus niet meer over hebben. Wel kiest ze een aparte locatie voor de foto: bij het standbeeld van de schilder Hendrik Luyten. Van wie? Luyten maakte na 1918 geen geheim van zijn sympathie voor de 'activisten', de Vlamingen die tijdens de Eerste Wereldoorlog samenwerkten met de Duitse bezetter. Op zijn bekendste werk,Het Gulden Doek van Vlaanderen, dat in de IJzertoren hangt, wemelt het van mensen die na 1914-1918 veroordeeld werden. Volgens Van Gerven is het ook "een te weinig gekende kunstschilder uit Brasschaat".

Zingen met Jambon

Maar terug naar het heden, of beter: naar de toekomst. Wat zou Adinda Van Gerven in 2018 graag gerealiseerd hebben, gesteld dat het budget oneindig was?

'Ik zou het fijn vinden, wanneer we op de Vlaamse feestdag een grote, gratis barbecue zouden kunnen organiseren voor álle inwoners uit Brasschaat. En wat mij betreft - een stoute droom - maken we er dan meteen een Vlaamse cantus van. De Vlamingen zingen toch graag? In augustus hebben we hier een cantus georganiseerd in mijn tuin, met alle kandidaten van de N-VA in Brasschaat. Dat was een fantastische avond: Jan Jambon was voorzanger, we waren met zeventig mensen. We hebben toenDe Vlaamse Leeuw, Kempenland aan de Dietsche Kroon enLied van mijn land gezongen. En ook een Engels liedje:My Bonny Is Over The Ocean. En, speciaal op mijn verzoek,Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen - dat hebben ze ook gezongen op mijn trouwfeest. Als we zoiets voor heel de gemeente konden herhalen, zou dat iets heel moois kunnen worden.(lacht) Maar da's allicht niet realistisch.'

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is