Definitieve bescherming van Woning Van Schuylenbergh in Aalst

Op 9 juni 2021, over deze onderwerpen: Erfgoed

In januari werd de Woning van Schuylenbergh reeds voorlopig beschermd. Matthias Diependaele (N-VA), Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, kwam op woensdag 9 juni naar als om de definitieve bescherming van de woning als monument te bevestigen. “Achter een sobere, gesloten gevel niet ver van het station van Aalst vinden we een laat meesterwerk van de internationaal gerenommeerde meubel- en interieurontwerper Pieter De Bruyne; de Woning Van Schuylenbergh (1986). Bij deze opdracht kreeg De Bruyne voor de eerste en laatste keer in zijn carrière de mogelijkheid om zijn visie op meubilair en architectuur samen te brengen in een nieuwbouwwoning”, zegt Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele.

Karim Van Overmeire (N-VA), schepen van Erfgoed: “Pieter De Bruyne is internationaal gerenommeerd. Het is dus niet meer dan logisch dat hij in zijn thuisstad een ‘monument’ heeft. Wat is er dan beter dan een huis waarin zijn twee passies, architectuur en design, samenkomen in ontwerpen van zijn eigen hand? Dankzij minister Diependaele en eigenaar Stoffel Van Schuylenbergh blijft deze woning nu bewaard voor het nageslacht.”

Het gebouw functioneert niet enkel als een gezinswoning, maar ook als een soort kunstenkabinet. De woning huisvest immers een indrukwekkende collectie meubels die Pieter De Bruyne tussen 1969 en 1986 ontwierp en liet realiseren in Aalst door zijn vader Emiel. Dit zogenaamd ‘non-conformistische’ meubilair zette De Bruyne internationaal op de kaart omdat hij hiermee het overheersende, modernistische functionalisme radicaal in vraag stelde.

Het werk van de Bruyne is te herkennen aan opvallende vormen, krachtige, vaak symbolisch geladen kleuren, opvallende texturen en volumes, ruimtelijke effecten (met spiegels), geheime opbergvakken (secreten) en opvallende namen.

Omdat De Bruyne niet opgeleid was als architect, werd hij voor het ontwerp van deze woning bijgestaan door zijn stadsgenoot Achiel Hutsebaut (1936-2020). In het interieur is de bijzondere lichtinval typerend. Deze wordt gecreëerd door goed geplaatste ramen en spiegels. Die spiegels dragen ook bij tot de opvallende ruimtelijkheid in deze vrij bescheiden rijwoning, net zoals het concept van “het huis in het huis”: een glazen piramide op de eerste verdieping garandeert visuele openheid en lichtinval in het hart van de woning maar zorgt tegelijkertijd voor privacy en isolatie. Een delicate evenwichtsoefening.   

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is