U bent hier
DE KEUZE VOOR VERANDERING
N-VA AALST KIJKT TEVREDEN TERUG OP HET VOORBIJE JAAR
De komende dagen krijgen zowat alle Aalstenaars het boekje ‘De keuze voor verandering’ in de bus. In de publicatie kijkt de N-VA terug op het voorbije jaar. Tevens wordt de vergelijking gemaakt met de verkiezingsbeloften die de partij in de campagne van 2012 maakte. Toen konden de Aalstenaars in de brochure ’43 tinten geel’ kennis maken met de 43 N-VA-kandidaten, en met het partijprogramma. Het nieuwe boekje lijkt inzake layout heel erg op het vorige. Er worden 35.000 exemplaren verspreid. De kostprijs wordt gedragen door bijdragen van de lokale mandatarissen.
“We zeggen niet alleen wat we willen doen. We doen ook wat we zeggen. En we geven aan de bevolking de kans om ons te beoordelen. Niet alleen wanneer er verkiezingen zijn, maar gedurende de volledige bestuursperiode. Daarom pakken we na een jaar uit met een eerste evaluatie,” zegt afdelingsvoorzitter Guy Van der Streeck.
EINDELIJK POLITIEKE STABILITEIT
De gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 zorgden voor een nooit geziene politieke aardverschuiving, waarbij de N-VA veruit de grootste partij werd met 15 zetels op 43 in de gemeenteraad. Dit resultaat liet toe om samen met CD&V en Sp.a een stevige en stabiele meerderheid te vormen van 30 zetels op 43 in de gemeenteraad. Drie partijen en dertig gemeenteraadsleden, dat betekent dat er wel eens een meningsverschil is. Maar dat wordt telkens op een goede manier uitgesproken. Na bijna tien jaar chaos – cfr. de moeilijke jaren op het einde van de bestuursperiode van Anny De Maght en daarna de onwerkzame klassieke tripartite - kent onze stad eindelijk weer politieke stabiliteit en kunnen we weer vooruit.
Net als in Antwerpen zorgde de overwinning van onze partij voor een toegenomen aandacht van de nationale media. Het lijkt wel alsof iedereen in Vlaanderen een mening heeft over wat er in Aalst gebeurt. Wat in onze stad als een frisse wind aanvoelt, wordt soms nationaal uitvergroot tot een grote storm. Voor ons niet gelaten. Meer nog: we zijn blij dat Aalst nu eindelijk op een andere manier in het nieuws komt. Nu gaat het over politieke visie en over beleid. We kunnen opnieuw met trots verkondigen dat we Aalstenaar zijn. Termen zoals ‘MarginAalst’ liggen stilaan achter ons. Er wordt niet meer gelachen met onze stad.
Het gaat nu echt vooruit in onze stad. Dossiers uit het verleden die al te veel vertraging hebben opgelopen, worden eindelijk afgewerkt. Aalst is aan een inhaaloperatie bezig. Dat is niet alleen de verdienste van de N-VA. Ook andere partijen en ook andere mensen – die nu soms op de banken van de oppositie zitten – hebben hun bijdrage geleverd. We willen de pluimen dus zeker niet alleen op onze hoed steken. Maar we maken ons sterk dat we toch wel een cruciale rol spelen.
DURVEN KEUZES MAKEN. DURVEN SNOEIEN. OM TE GROEIEN.
Aalst zal de komende jaren op grote schaal investeren, onder meer in een nieuwe bibliotheek, de ontwikkeling van de Tragelsite en een multifunctioneel sportcomplex. Dat is uitzonderlijk voor een Vlaamse centrumstad, maar Aalst had dan ook een uitzonderlijk grote achterstand op de andere steden. Ondanks de loze kreten en de voorspelbare bangmakerij van op de banken van de oppositie, is Aalst een financieel gezonde stad. De rekening klopt en de cijfers liegen niet.
Er waren in het verleden inderdaad reserves opgebouwd en die spreken we nu inderdaad aan. Die reserves hadden weinig te maken met vooruitziendheid, maar des te meer met de politieke blokkeringen, die ervoor zorgden dat dossiers niet gerealiseerd konden worden. We hebben een achterstand in te halen: het werk van twee beleidsperiodes moet in één beleidsperiode worden uitgevoerd.
We besparen 20 procent op onze werkingsmiddelen. Maar ook de personeelskosten wegen op dit ogenblik te zwaar door op het totaalbudget. In Aalst is dat 53 % van de stadsmiddelen, terwijl het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden op 38 % ligt. Ook dat is een erfenis van het verleden. Daarom moesten we structureel ingrijpen. Op voorstel van de N-VA werd een vermindering van personeelskost met 1 procent per jaar overeengekomen. De besparing op de personeelskost kan grotendeels gebeuren door de niet-vervanging van medewerkers die op pensioen gaan en het niet-hernieuwen van contracten. Het is tegelijk de uitdaging om de beste medewerkers zeker aan boord te houden. Dit is een moeilijke maar noodzakelijke en haalbare oefening.
Besparen begint bij jezelf. De kilometervergoedingen van de leden van het stadsbestuur is met 20% verminderd. Ook in het OCMW is er serieus gesnoeid in het aantal vergaderingen waar zitpenningen aan verbonden waren. Nu nog maar half zoveel zittingen van de raad, van het beleidscomité, en van het vast bureau.
De basisbelastingen (opcentiemen op de onroerende voorheffing, aanvullende personenbelasting) worden niet verhoogd. Daarentegen zijn lokale belastingen en retributies niet alleen een bron van inkomsten. Het zijn ook instrumenten om een beleid te voeren. Zo wordt de leegstandtaks verhoogd, zodat het duurder wordt om panden te laten verkrotten. Maar de lokale belasting op ondernemingen daalt met 25%. Dit moet een positieve invloed hebben op de tewerkstelling. Dat zijn bewuste keuzes.
EINDELIJK EEN NIEUW ADMINISTRATIEF CENTRUM
De huur van kantoren op de Postsite - voor een periode van negen jaar met een optie tot aankoop – betekent een doorbraak in een van de dossiers die de politieke besluitvorming in onze stad jarenlang bezwaard hebben. De verhuis van de stadsdiensten naar dit gebouw garandeert dat er op korte termijn een meer efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening wordt aangeboden.
Natuurlijk is dit niet gratis, maar het geld van de Aalsterse belastingbetaler is in elk geval beter besteed aan een performant Nieuw Administratief Centrum dan aan de torenhoge energiefacturen van de huidige, compleet afgeleefde gebouwen die voortdurend moeten opgelapt worden. Bovendien kan de al lang geplande herstructurering van de stadsdiensten nu ook effectief doorgevoerd worden.
Na de ingebruikname van het Nieuw Administratief Centrum kan een deel van de huidige stadseigendommen worden verkocht, wat de kosten nog meer drukt. Voor alle duidelijkheid: het eigenlijke stadhuis blijft vanzelfsprekend behouden. Dit Landhuis blijft ook de plaats waar de huwelijken worden afgesloten.
AANKOOP VAN DE PUPILLEN-SITE
Door de verwerving van de Pupillen krijgt het stadsbestuur de regierol bij de ontwikkeling van de site. Het gaat uiteindelijk om een groot gebied in het hart van onze stad. Op die manier kunnen we jarenlange leegstand en verloedering verhinderen. Tegelijk kunnen we projecten vermijden die niet in het hart van onze stad thuishoren. Een al te groot winkelcentrum op deze plaats zou zeer nadelig zijn voor de huidige middenstand. Dat komt er dus niet.
DE NIEUWE BIBLIOTHEEK KOMT ER EINDELIJK
Ook in budgettair moeilijke tijden is het belangrijk dat de overheid blijft investeren. Daarom wordt er nog deze bestuursperiode werk gemaakt van een nieuwe hoofdbibliotheek op de Pupillensite. Zo komt er een einde aan de saga van een hoofdbibliotheek die al meer dan vijfentwintig jaar ‘tijdelijk’ gehuisvest is in de kelders van CC De Werf.
Er wordt een bedrag van 12,7 miljoen euro voorzien. Hierdoor kan een bibliotheek met een totale oppervlakte van ongeveer 5.500 m2 gerealiseerd worden. Dat is vergelijkbaar met de oppervlakte van de hoofdbibliotheek in andere centrumsteden zoals Kortrijk, Mechelen en Sint-Niklaas. Het spreekt voor zich dat de nieuwe bibliotheek een modern kenniscentrum zal zijn, en veel minder een boekenpakhuis.
We maken ons geen illusies: voor sommigen zal het nooit goed zijn. Voor hen zal het altijd te duur, te traag, te snel, te warm of te koud… zijn. Maar in het verleden werd er niets beslist, en nu gaat het eindelijk vooruit met onze stad.
PRIKKELS VOOR RECHTEROEVER
De ‘Rechteroever’ was ooit een bruisende volkswijk, maar de buurt kan nu wel een opknapbeurt gebruiken. Begin juli kwam de prikkelpremie in voege. Hierdoor wordt onder meer een toelage voorzien voor wie zijn dak, gevel of ramen wil renoveren. Met projecten als deze willen we de stadsbuurten zichtbaar opknappen, zodat het aangenamer en gezelliger leven wordt, niet alleen in het centrum maar in alle wijken van onze stad.
EEN POLITIEPOST OP DE VARKENSMARKT
We willen dat elke Aalstenaar zich veilig voelt in onze stad. Er mag geen verschil zijn tussen links of rechts van de Dender. Het kan niet dat de Aalstenaars zich in hun eigen buurt onveilig zouden voelen. Alle inwoners, wat ook hun afkomst is, willen vanzelfsprekend in een aangename en veilige buurt wonen. Daar werken we aan: door meer blauw op straat, door de politie dichter bij de mensen te brengen, door de leefbaarheid te verhogen.
Een wijkpost van de politie op Rechteroever geeft ons de mogelijkheid om eventuele problemen tijdig te ontdekken en sneller aan te pakken. Maar we denken ook in termen van meer kansen en een verbetering van de leefbaarheid. Zo willen we ook het lokale handelsapparaat versterken. De handelaars spelen een belangrijke rol om de leefbaarheid van de wijk te verhogen.
CAMERA’S ZORGEN VOOR VEILIGHEID
De gemeenteraad besliste al in 2003 tot het plaatsen van veiligheidscamera’s. Jarenlang werd er echter geen enkele vooruitgang geboekt in dit dossier. Nu staan ze er en ze werken. Uit de cijfers van de Lokale Politie blijkt nu al dat de criminaliteit in het centrum van Aalst is gedaald.
Aan de invalswegen van onze stad komen er dertien camera’s met automatische nummerplaatherkenning. Dankzij deze moderne techniek zullen wagens met gestolen nummerplaten en niet-verzekerde voertuigen automatisch gemeld worden. Ook in de strijd tegen rondtrekkende bendes inbrekers is deze camerabewaking bijzonder nuttig.
OCMW : STEUN VOOR WIE HET ECHT NODIG HEEFT
Met N-VA is het OCMW strikter geworden, maar steeds in het belang van alle Aalstenaars. Openbare steun moet er zijn voor wie in nood verkeert, maar we streven naar zelfredzaamheid: Het is steeds de bedoeling dat mensen zo snel mogelijk weer op eigen benen staan.
Helaas zijn er een beperkt aantal mensen die het systeem misbruiken. Er werd een controlecel opgericht die sociale fraude moet tegengaan. Deze cel zal voltijds onderzoeken of er geen onrechtmatige steun wordt uitgekeerd.
Leefloners krijgen voortaan een individueel begeleidingsplan gericht op activering. Bij gebrek aan inspanningen om werk te vinden, wordt het leefloon geschrapt. Cliënten moeten werkbereidheid aantonen.
We hebben geprobeerd om financiële steun zoveel als mogelijk te vervangen door materiële steun, zoals eetbonnetjes. Op termijn wordt de oude bedeling van voedselpakketten vervangen door de oprichting van een sociale superette, waar mensen zelf producten kunnen kiezen.
OCMW-voorzitter Sarah Smeyers heeft komaf gemaakt met het zogenaamde ‘leefgeld’. Dat was een cash voorschot in afwachting van een beslissing van het sociaal comité. Dit voorschot werd persoonlijk toegekend door de voorzitter van het OCMW. Het was onmogelijk om het bedrag terug te vorderen wanneer later bleek dat het bedrag onterecht was uitgekeerd. Nu deelt de voorzitter niet meer dagelijks ‘leefgeld’ uit, en beslist het sociaal comité op basis van een grondig sociaal onderzoek.
Er is ook flink bespaard in de subsidies voor lokale sociale organisaties. De ingrepen waren noodzakelijk. We maakten duidelijke keuzes: minder overlapping, meer samenwerking. Niemand wordt voorgetrokken, iedereen moet een inspanning doen. Er wordt nu sneller op de bal gespeeld: voortaan gelden de samenwerkingsovereenkomsten met de lokale organisaties voor drie jaar, waar ze vroeger meteen voor zes jaar werden afgesloten. We gaan geregeld evalueren om zeker te zijn dat het geld van de belastingbetaler optimaal wordt besteed.
Het aantal opvangplaatsen voor asielzoekers in Aalst wordt versneld afgebouwd. Onze stad doet zijn deel, maar niet meer dan noodzakelijk.
EEN VLAAMSE EN NEDERLANDSTALIGE STAD
Aalst wordt geconfronteerd met een groeiende instroom van anderstaligen. De cijfers liegen niet: ruim 27% van de leerlingen in de basisscholen in Aalst-Centrum spreken thuis geen Nederlands. In de basisscholen in de deelgemeenten en in het secundair onderwijs schommelt dit rond de 10%.
Vanuit de stad worden aan de scholen verschillende ondersteunende maatregelen aangeboden, zoals een taalcoach en alfaklassen. Schepen Karim Van Overmeire breidde met het project ‘TAALst’ die ondersteuning nu ook uit tot de scholen van het Buitengewoon Secundair Onderwijs.
Wie in Aalst woont, kan maar beter onze taal spreken. De kennis van onze taal geeft toegang tot onderwijs en opleiding. Het vergroot de kansen op de arbeidsmarkt. Het laat toe om aansluiting te vinden bij het Aalsterse verenigingsleven. In uitvoering van het bestuursakkoord komt er een taalbeleid. We mogen als overheid geen verkeerde signalen geven: aan de loketten kan dus enkel Nederlands worden gesproken. Wie geen Nederlands spreekt, moet zelf voor een tolk zorgen.
Ook binnen het OCMW is het taalbeleid aangescherpt. Er wordt alleen Nederlands gesproken en anderstaligen moeten in hun eigen belang onze taal leren. Nederlands spreken is een kwestie van kansen krijgen en kansen grijpen in onze gemeenschap.
Ook inzake integratie moet men steeds weer de vraag durven stellen of de middelen op de beste manier besteed worden. We concentreren ons bijgevolg op de projecten die een duidelijk rendement hebben. ‘Taalbubbels’ is een goed voorbeeld. Dit is een taalbad tijdens de zomervakantie waarbij anderstalige kinderen hun Nederlands kunnen opfrissen en onderhouden, zodat ze in september een goede start kunnen maken. Het voorbije jaar hebben we Taalbubbels uitgebreid naar het secundair, en de komende jaren willen we het aantal deelnemers sterk verhogen.
Integratie en inburgering gaan over taal, toegang tot onderwijs, tot het verenigingsleven, kansen op de arbeidsmarkt, enz… Gezien de grote instroom van nieuwkomers is het absoluut noodzakelijk dat ook in deze sector het geld goed wordt besteed. In het verleden werden middelen voor integratie gebruikt om het islamitisch offerfeest mee te organiseren. Daar is nu komaf mee gemaakt. Wie dieren wil slachten, om welke reden dan ook, moet dat op eigen kosten doen. De opvolging en controle gebeurt door de dienst Landbouw. Met integratie heeft dit niets te maken.
EN VERDER…
Buurtsport moet een sport blijven - De N-VA is een voorstander van Buurtsport: een initiatief waarbij op verschillende locaties sportmomenten worden georganiseerd voor jongeren die nog niet de weg vonden naar de bestaande sportclubs en verenigingen. Er bestond enige heisa rond een project waarbij ‘combat sambo’ werd aangeboden, en dat op initiatief van de burgemeester werd opgedoekt. We vinden niet dat we belastinggeld moeten gebruiken om maatschappelijk kwetsbare jongeren in besloten clubsjes dit soort trainingen in agressieve gevechtstechnieken te geven.
Met de aankoop van de Hopzaal hakten de meerderheidspartijen N-VA, CD&V en Sp.a opnieuw een knoop door in een dossier dat al veel te lang aansleept. De Hopzaal wordt een polyvalente zaal die zowel kan dienen als jeugdontmoetingscentrum, en als zaal voor kleine fuiven. Eindelijk is er een fuifzaal voor onze Aalsterse jongeren. Dit initiatief sluit perfect aan op het nieuwe evenementenplein. De werking zal bovendien geregeld geëvalueerd worden, onder meer op vlak van geluidsnormen, overlast, veiligheid en financiën.
We hebben voor het eerst een volwaardig Seniorenbeleidsplan opgemaakt. Het mag immers iets meer zijn dan alleen maar koffie en een stuk taart. Dit beleidsplan is nu voorgelegd aan de Adviesraad voor Senioren. Dit plan legt de basis voor initiatieven rond wonen, mobiliteit, informatiedoorstroming, vrijwilligerswerking en seniorenactiviteiten.
Het 'huis van de toekomst' staat binnenkort in onze stad. Aalst gaat een voortrekkersrol spelen in de evolutie naar woningen waar senioren langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Aalst krijgt voor dit zogenaamde AIPA-project (Ageing in Place Aalst) een subsidie van 1,7 miljoen van de Vlaamse overheid. Het is de bedoeling om woningen met kleine ingrepen aan te passen zodat de bewoners er comfortabel en veilig kunnen blijven wonen.
In het voorjaar van 2012 vroeg het Priester Daensfonds aan het Aalsterse stadsbestuur om het grafmonument van priester Daens aan een restauratie te onderwerpen. In 2014 herdenken we immers de 175ste verjaardag van de geboortedag van deze markante Aalstenaar. De werken werden in juni afgerond. Het resultaat mag worden gezien: het grafmonument ligt er weer netjes bij.
De graven van de ereburgers van onze stad (Adolf Daens, Valerius De Saedeleer, Alfred Kelders, Louis Paul Boon en Michaël Ghijs) liggen verspreid over het kerkhof. Schepen Mia De Brouwer zorgde voor een overzichtsplan aan de ingang van het kerkhof, zodat geïnteresseerden de graven gemakkelijk terugvinden. Er zijn nu ook folders met een korte levensbeschrijving van de ereburgers.
De inrichting van de ondergrondse parking op de Hopmarkt is een uitstekend voorbeeld van hoe we respectvol met ons verleden trachten om te gaan. De resultaten van het archeologisch onderzoek worden aan de bezoekers getoond. Hoe dieper men in de parking rijdt, hoe meer men teruggaat in de tijd. Dat is ook te zien aan de logo’s die op elk verdieping gebruikt worden. In plaats van de gebruikelijke symbolen hebben we gekozen voor icoontjes die het verleden van de Hopmarkt illustreren.
Restauratie Sint-Martinuskerk terug op de sporen De Sint-Martinuskerk is de oudste kerk van onze stad. In mei 2003 begonnen de restauratiewerken waarvan drie van de tien geplande fases werden gerealiseerd. In 2009 kwam er echter een kink in de kabel en ontstond er een patstelling tussen het stadsbestuur, de kerkfabriek en de hogere overheid. Hierdoor kwam de restauratie volledig stil te liggen. De N-VA-parlementsleden Karim Van Overmeire (tevens schepen van erfgoed) en Sarah Smeyers zijn er in geslaagd om het dossier weer vlot te trekken. De vierde fase zal nu ook worden uitgevoerd, en er is een nieuwe overeenkomst met de hogere overheid om de rest van de restauratiewerken te plannen.
De dienst Toerisme van Aalst verhuist volgend jaar naar een van de nieuwe paviljoenen op de Hopmarkt. Om de inrichting van het nieuw toeristisch centrum mogelijk te maken, haalde Aalst 263.000 euro projectsubsidie van Vlaams minister Geert Bourgeois en Toerisme Vlaanderen binnen. Het toeristisch centrum op de Hopmarkt wordt een ware belevingsruimte, waarin we visueel voorstellen wat Aalst te bieden heeft in een 360 graden brede cinemavoorstelling. Enkele jaren geleden zat onze toeristische dienst nog verstopt in een kamertje in het belfort. Volgend jaar krijgen we een belevingscentrum dat tot de top van Vlaanderen zal behoren. Stap voor stap haalt Aalst zijn achterstand in, en worden we zelfs koploper in Vlaanderen.
Aalst heeft al een tiental jaar volkstuinen in de Sint-Elisabethwijk. Schepen Caroline Verdoodt zorgde voor de realisatie van een zestigtal bijkomende volkstuintjes op de Hoezekouter: “Het gaat over veel meer dan werken in de tuin. Volkstuintjes doen mensen nadenken over gezonde voeding. Ze brengen de Aalstenaars ook dichter bij elkaar.”
Een goede dienstverlening is ontzettend belangrijk. Bij Ruimtelijke Ordening wordt er prima samengewerkt zodat mensen de nodige informatie kunnen verkrijgen. In de nabije toekomst zullen vergunningen digitaal kunnen aangevraagd worden. Dit zal zorgen voor een nóg betere behandeling en een snellere doorlooptijd.
In het Eendrachtstadion wordt onveilig vervangen door veilig. Na het bouwverlof wordt gestart met de afbraak van de afgekeurde tribune. Nadien komen er twee overdekte staantribunes, met een capaciteit van duizend voor de thuissupporters en vijfhonderd voor de bezoekers. Ook de volgende seizoenen zal er dus voetbal zijn aan “’t Hoilig Ert.”
Het recreatiecomplex Dendergalm omvat onder meer een nieuw basketplein, een cafetaria, een polyvalente ruimte, een vergaderlokaal, sanitair, een repetitieruimte voor muziekgroepjes en een jeugdontmoetingslokaal. Volgens de meest recente informatie start de bouw in februari/maart 2014.